zondag 5 juli 2015

Wijnproeverijen; nr 2: Bourgogne



Wijnproeverij Bourgogne gehad gisteren; moeilijk gebied om te doorgronden door zijn enorme hoeveelheid verschillende gebieden, regels, producenten en stijlen. Hierdoor ook een erg interessant gebied.

De regelgeving in de Bourgogne is ingewikkeld maar wel belangrijk om globaal te snappen. Er zijn op dit moment ruim honderd AOC's (Appellation d'Origine Contrôlée); er zijn in stijgende kwaliteit regionale, communale en dorps-appellations met daarnaast nog wijngaarden die de status Premier Cru en Grand Cru hebben gekregen. Voor zover nog best overzichtelijk, maar het lastige komt door de verschillen in micro-klimaat binnen sommige wijngaarden en het feit dat de meeste wijngaarden meerdere eigenaren hebben; het noordelijke deel van een top-wijngaard kan soms veel minder goed zijn dan het zuidelijk deel of andersom; het is dus noodzakelijk om de producenten en hun gebiedjes te kennen om in te kunnen schatten of de wijn matig, goed of fantastisch is. De prijs is vaak een richting, maar zeker geen garantie.

De Bourgogne kent 6 sub-gebieden (Chablis, Côte de Nuits en Côte de Beaune (samen de Côte de d'Or), Côte Chalonnaise, Côte Mâconnais en de Beaujolais) die elk een eigen stijl wijnen hebben;
- de Chablis is het gebied rondom het stadje Chablis en is wereldberoemd om zijn strakke maar toch volle witte wijnen van Chardonnay, de enige druif die ze er gebruiken. Het ligt wat verder westelijk en noordelijk dan de rest van de Bourgogne, dicht tegen de Loire en Champagne aan en het is er ook wat koeler en de ondergrond is er ook anders dan in de rest van de Bourgogne.
- de Côte de Nuits is ook wereldberoemd, maar dan vooral om zijn rode wijnen van Pinot Noir; ze ogen licht door hun lichtere kleur maar zijn vaak heel vol, zwaar en diep van geur en smaak. Onder andere enkele van de duurste wijnen ter wereld komen uit beroemde dorpen als Gevrey-Chamertin en Vosne-Romanée.
- de Côte de Beaune maakt zowel heerlijke rode als fantastische witte wijnen. Ook hier kunnen de prijzen de pan uit rijzen; Puligny-Montrachet en Chassagne-Montrachet van een gerenommeerd huis en uit een bijzonder jaar kunnen enkele duizenden euro's per fles kosten.
- de Côte Chalonnaise is een groter gebied met minder wijn producerende gebieden dan in de Côte d'Or; er wordt iets meer rood dan wit gemaakt, het bekendste dorp en de grootste appellation is Mercurey (80-90% rode wijnen), gevolgd door Montagny, Rully en Givrey. De witte wijnen zijn er minder beroemd, maar we hebben er toch een aantal geproefd om te vergelijken met de Côte d'Or, ook omdat hun prijzen wat aantrekkelijker zijn.
- de Côte Mâconnais is in mijn ogen een overgangsgebied; het verbindt de Bourgogne met de Beaujolais, wat officieel onder de Bourgogne valt, maar qua wijnen een totaal andere stijl heeft en we dus ook een andere keer zullen behandelen. De rode wijnen zijn niet van Pinot Noir maar van Gamay (zoals Beaujolais) en de witte wijnen zijn weer wel van de Bourgondische hoofdrolspeelster Chardonnay. Het bekendste gebied hier is Pouilly-Fuissé (niet te verwarren met de Pouilly-Fumé, welke van Sauvignon Blanc wordt gemaakt en dus een totaal andere smaak heeft; fris en licht versus vol en romig).
- de Beaujolais behandel ik een andere keer vanwege zijn totaal andere productie-wijze, druifsoorten en bijbehorende smaakstijl.

- We begonnen met een "Crémant de Bourgogne"; fijne zachte mousse, maar de meesten vonden hem te veel gist-smaak hebben, voor zijn prijs (€ 16,-) toch geen slechte vervanger van een Champagne.
- De wijn uit de Chablis was een mooie binnenkomer met typische boter en toast zoals verwacht van een goede Bourgogne, met voldoende frisheid en fruit om een lange en prettige smaak af te geven.
- Er wordt bijna geen wit uit de Côte de Nuits gemaakt, dus die hadden we ook niet te proeven.
- Toen twee witte wijnen uit de Côte de Beaune (en een derde goedkope supermarktwijn uit de Bourgogne die meteen door de mand viel; flets, zwak, zonde van die 9 euro); een Beaune versus een Savigny-les-Beaune; de meesten vonden de eerste lekkerder vanwege zijn betere balans en minder overdadige boter/toast-smaak.
- Twee witte Côte Chalonnaise kwamen uit Rully en Montagny; de smaken verschilden hier wat meer maar ze scoorden minder dan de vorige twee wijnen.
- Ik had me erg zitten verheugen op de Pouilly-Fuissé uit de Côte Mâconnais omdat het een wat oudere (2006) van een goed huis zou zijn, maar helaas had de wijn kurk... Leerzaam om een keer te ruiken/proeven maar nu wel heel erg zonde... De inbrenger gaat even mailen met de verkoper, hopelijk kunnen we hem een andere keer alsnog proeven!

Tijd voor rode Bourgogne!

Eerst twee wijnen uit de Côte de Nuits; vanwege de prijzen hebben we hier communale appellations geproefd (onze prijs-range was in principe €20-30,-). Veel aardse tonen kwamen met name bij de Côte de Nuits-Villages naar voren, gevolgd door flinke portie fruit (rode kers, aardbei en blauwe bes). Afdronk was gemiddeld lang. De Hautes Côtes de Nuits was wat minder dierlijk/aards, maar het fruit knalde er niet uit zoals we hadden verwacht en/of gehoopt.
De rode wijn uit de Côte de Beaune was uiteindelijk de beste van de rode wijnen; een Aloxe-Corton (spreek uit als Alos-Korton) had de beste balans tussen fruit, aardse tonen en een volle lange afdronk. De Savigny-Les-Beaune scoorde op alle gebieden net iets minder, maar was ook lekker.
Onze wijn van de Côte Mâconnais was ook weer een instinker en viel ook door de mand; €7 bij de Albert Heijn is gewoon ruim onvoldoende in verhouding tot de eerder gedronken wijn; overall prima te drinken, maar niet om van te genieten.

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten